Ameide, met het huis Herlaer en de kerk van Tienhoven in het verschiet. Naar eene teekening door A. Schouman, gesigneerd A.S., met het jaartal 1752 (op 18 Juni 1941 geveild bij van Stockum’s Antiquariaat te ’s Gravenhage ; thans onvindbaar).
Dit is het onderschrift bij de tekening die is gepubliceerd (na bladzijde 112) in het boek: Het octrooi tot testeeren naar Hollansch leenrecht, Beschouwingen naar aanleiding van een handschrift van Mr. P. van der Schelling; geschreven door Mr. F.A. Holleman Rechter in de Arrondissements-Rechtbank te Breda; uitgegeven te Zutphen – W.J. Thieme & Cie in 1945.
Van dit handschrift Van der Schelling, dat in octavoformaat is, zijn twee exemplaren bekend. Een manuscript is in het bezit van de eigenaar van Herlaer en een tweede exemplaar bevindt in de Koninklijke Bibliotheek in ’s-Gravenhage. (signatuur 131 G 43)
De titel van het manuscript is: Beschrijving van de Heerelijkheid, en Stede Ameyde, enz. mitsgaders van den Huize, en Hofstede van Ameyde, en van den Huize, en het Kastéél, en de Domaniale geregtigheden van Herlaer, met zijn toebehooren. Als ook van de Heerelijkheid, en stede Vyanen, voor zooveel de voors. Ameyde en Herlaer daarmee eenige gemeenschap, of daartoe betrekking hebben. Nevens de successie en opvolging van de heeren en vrouwen van Ameyde en Herlaer, voor zooverre die uit de oudste bescheiden waren na te vorschen tot den lesten bezitter toe. Mitsgaders de oudste verlijbrieven, egte stukken en bescheiden, nevens de afteekeningen en verbeeldingen der voors. Landschappen, steden, sloten, huizen, geslagtwapenen, zegelen, enz., door Mr. P. van der Schelling, 1749.
Eigenaar van Herlaer was in 1752 Arnout Leers. Hij was schepen van de stad Rotterdam, directeur van de Levantsche Handel, kapitein bij de Rotterdamse schutterij, koopman in wollen- en hoedenmakerstoffen en importeur van merinoswol uit Spanje, die hij in zijn eigen wolwasserij aan het Schie liet wassen. En daarboven was hij ook een twintigtal jaren directeur van de Maatschappij van Assurantie, Disconteering en Beleeningen te Rotterdam. In 1745 werd hij heer van Ameide en Herlaer, nadat zijn oom Arnout van den Bergh en zijn vrouw Margareta van Eijk, en de zuster van Arnout van den Bergh: Anna overleden waren. Het echtpaar van den Bergh-van Eijk had op een veiling in 1729 het recht verworven om beleend te worden door de Staten van Holland en West-Friesland met Ameide, Herlaar en Tienhoven.
Aart Schouman en Arnout Leers kenden elkaar. In de Fodor Collectie in het Amsterdams Gemeentemuseum is een portret van Arnout Leers van de hand van Aart Schouman. Onder het portret staat de tekst:’Dese ordansci getekent voor de heer …Leers, heer van ameyden etc etc. te Rotterdam. A. S’. (185 x 125 mm). (ca. 1750).
Over Aart Schouman zegt Wikipedia het volgende:
Ook gespeld als Aert Schouman (Dordrecht, 4 maart 1710 – Den Haag, 5 juli 1792) was een Nederlands kunst- en behangschilder, etser, aquarellist en graveur. Zijn werk is nauwelijks bekend en tamelijk ondergewaardeerd. Schouman ging op zijn vijftiende in de leer bij schilder Adriaan van der Burg. In 1736 werd de broederschap van Sint Lucas opgericht door hem. Deze broederschap was een vereniging van kunstliefhebbers en amateurs voor Dordrecht en omstreken. Hij was vier jaar lang voorzitter zijn van de Haagse schildersbroeder-schap Pictura en erelid van een Haags dichtergenootschap. Schoumans werk bestaat vooral uit portretten en grote behangselschilderingen. Aanvankelijk schilderde hij mythologische en Bijbelse thema’s. Later kwamen daar ook meer decoratieve composities met vogels, zeldzame dieren en plantenstudies bij. Schouman tekende samen met anderen voor Vosmaers Regnum animale veel dieren uit de menagerie van stadhouder Willem V op het Kleine Loo. Schouman werd echt beroemd als schilder door zijn aquarellen van stadsgezichten en de parkachtige landschappen met exotische vogels. Deze waren in die tijd vrij uniek en nog altijd worden ze als speciaal gezien. Naast het schilderen hield hij zich ook bezig met maken van etsen en glasgravures. Schouman was tussen 1735 en 1785 een toonaangevend kunstenaar in Zeeland en het zuiden van Holland, de huidige provincie Zuid-Holland. In die periode woonde en werkte hij in Dordrecht, Den Haag en Middelburg en gaf les aan leerlingen in Dordrecht en Den Haag, waaronder zijn neef Martinus Schouman. Hij reisde twee keer naar Engeland en bezat een belangrijke collectie schilderijen. Aart Schouman overleed in 1792 op 82-jarige leeftijd in Den Haag. Zijn leven is goed gedocumenteerd, omdat hij dagboeken bijhield. Zijn werk is onder andere te zien in het Rijksmuseum, het Rijks Prentenkabinet en de Artis-bibliotheek in Amsterdam, het Dordrechts Museum en het Museum Boymans van Beuningen in Rotterdam.
Literatuur: Laurens J. Bol, Aart Schouman: ingenious painter and draughtsman, Doornspijk, 1991.