Dagboeken in twee delen:
“De jaren 1934-1940 in het dagboek van mijn vader”
“De jaren 1941-1946 van mijn vader…mijn moeder trouwens ook”
door Hendrik van Delsen, met brieven van Annie Verhoef,
bewerkt door Corine van Delsen
1. De jaren 1934 -1940 het dagboek van mijn vader en
2. De jaren 1941-1946 van mijn vader… van mijn moeder trouwens ook…
zijn te bestellen bij Corine van Delsen. De kosten van deel 1: 22,50 en deel 2: 24,50 in euro.
Deel 1 heeft 399 bladzijden en deel 2 541 bladzijden.
De verzendkosten naar een DHL punt in de buurt zijn 4,50 euro. Verzendkosten naar een huisadres zijn 5,75 euro.
Om te bestellen: stuur een email naar c.delsen@planet.nl
De hierna volgende tekst is geschreven door Corine van Delsen.
Als mijn vader het dagboek in 1934 schrijft, is hij 18 jaar, heeft hij de lagere school doorlopen en mocht hij als enige in het gezin een voortgezette opleiding volgen op de MULO in Schoonhoven. Hoewel hij graag naar de HBS was gegaan, kan zijn vader -die banketbakker is- zich dat niet veroorloven. Henk moet meewerken in de bakkerij. En…hij is verliefd.
Het gezin bestaat uit vader Jilis, moeder Cor, en de kinderen Henk, Dien, Gré, Kees, Koos en Corrie. Ze bewonen hun huis in de Franschestraat, dat gekoppeld is aan de bakkerij en de banketbakkerswinkel in het stadje Ameide (dat ooit stadsrechten ontving). Ameide ligt in Zuid-Holland aan de rivier de Lek, dichtbij Gorkum.
In de jaren na 1934 schrijft hij fragmentarisch – de verliefdheid is op niets uitgelopen – over Ameide, wederwaardig-heden in militaire dienst in Den Haag, een tochtje met een KLM-toestel, de combinatie werken in de bakkerij en studeren voor de HBS, de ijskoude winter van 1940 met winterpret, de zegenrijke sneeuwbehandeling voor meisjes en uiteindelijk de mobilisatie in 1940 in militaire dienst in Brabant tot eind april.
In het dagboek hangt een sfeer van dorpskattekwaad. Het schampt langs historische gebeurtenissen met langs-de-neus-weg informatie over koningshuis en politiek. De romantiek van Anton Pieck is niet ver weg. De humor ligt diep verborgen in de tekst, iets waarschuwt dat er aandachtiger gelezen moet worden; dan onthult zich de scherts.
Sfeer en wijze van beschrijving lijken soms op “A la recherche du temps perdu” van Proust, of de belevenissen van Dik Trom. Het zijn de gein en ongein waarmee jongeren zich bezig houden in een wereld zonder radio en televisie.
Het is 1941 in het tweede deel.
Inmiddels is die oorlog dan toch echt uitgebroken en zachtjes op de achtergrond van dit dagboek uit 1941 speelt de sfeer van de Tweede Wereldoorlog op dorpsniveau ….
Hoewel mijn vader – bakkerszoon – er door eerdere ervaringen van overtuigd geraakt is, dat er voor hem geen goede huwelijkspartner beschikbaar is – want zijn eisen zijn hoog – komt hij dan toch mijn moeder tegen, die hij al wel kent als logee in zijn dorp Ameide aan de Lek.
Er zijn prachtige beschrijvingen van de banketbakkerij, het rivierlandschap, vogels, boomgaarden, ooievaars op het kerkdak, en Dik Trom achtige gebeurtenissen. En dan wordt in hem de liefde voor mijn moeder wakker. Hij beschrijft de toenaderingspogingen, de teleurstellingen, de misverstanden en zijn immense vreugde.
Hij schrijft brieven en zij schrijft brieven terug. Er gaat een wereld voor me open, als dochter. Mijn vader was geen prater en mijn moeders familie had geheimen. Zo leer ik de familie van mijn moeder kennen. Haar ouders zijn in Ameide geboren, zo bleek me onlangs. En zo leer ik ook mijn vader kennen.