Een fragment van de kaart die Pieter Adriaanszoon Ketelaar tekende in 1751 voor Arnout Leers, de ambachtsheer van Ameide en Herlaar, een kaart van Ameide, Tienhoven en Herlaar. P.A. Keetelaar leefde van 1731-1787 en was schoolmeester en landmeter te Raamsdonksveer.
Op deze kaart staat de volgende tekst geschreven:
Bij de voorpagina, tekst rechteronderzijde: Copije.
Caarte van de Heerlijkheden Amijden, Tienhoven van Herlaar op ordre van den WelEdele Gestrenge Heer Arnout Leers, Heere van Amijden en Herlaar etc. etc. in de maanden Junij en Julij 1751, door mij ondergetekende volgens aanwijzinge en onderrigt van Leendert Ottolander gemeeten. En is in deezetekst Caarte vertoont de situatie der voorn. Heerlijkheeden, met het beloop der Rivieren, Kreeken, Dijken en weegen, alsook de situatie der gebouwen en huisen volgens haare plattegronden. Dog belangende de Zaailanden, Boomgaarden, Grienden etc. zijn voor een gedeelte maar occulair tot cimat en aanwijsingegetekent. Al het welk op deeze Caarte volgens de Zuidhollandse maat in haare waare proportie is getekent. Exempt den Bol aan de Rivier de Lek en ’t Land aan off om de groote off oude Wiel geleegen.
Ter Oirconde deze door mij ondergetekent in Raamsdonk den 10e September 1751, was getekent. P. Keetelaar.In de bibliotheek van de Leidse Universiteit bevindt zich deze kaart (65 x 67 cm) getekend door Pieter Adriaanszoon Ketelaar. De titel van de kaart is: Copye. Caarte van de Heerlykheeden Amijden, Tienhoven en Herlaer. Het is een gekleurde pentekening. De kaart is gedateerd op 1751. Hij is gemaakt voor de eigenaar van Slot Herlaer, de Rotterdammer Arnout Leers. (zie ook ons Nieuwsblad 16de jaargang nr. 4, 2005).
Pieter Adriaanszoon Ketelaar werd op 8 juli 1732 geadmitteerd landmeter en kaarttekenaar en woonde in Raamsdonkveer. Hij maakte onder andere kaarten van de Hollandse waterlinie. Voor meer informatie over hem, verwijzen wij naar het artikel van F.W.J. Scholten in de tweemaandelijkse uitgave van de Historische Vereniging Holland, 11de jaargang, 1979, nummer 2, pag. 123-128.