Zo zag de plattegrond van Ameide er in 1822 uit.
Op zoek naar de roots van het Kadaster komen we terecht in het Frankrijk van twee eeuwen geleden. In 1806 proclameert keizer Napoleon Bonaparte zijn 28-jarige broer Lodewijk Napoleon tot koning van Holland. Napoleon denkt dat de belangen van Frankrijk zo in goede handen zijn. Keizer Napoleon vindt in zijn broer echter niet de bondgenoot die hij verwachtte en hij heeft duidelijk spijt dat hij hem tot koning van Holland heeft benoemd. Op 1 juli 1810 doet Lodewijk Napoleon afstand van de troon. Enkele dagen na de troonsafstand van Lodewijk Napoleon wordt het koninkrijk Holland ingelijfd bij het Franse keizerrijk.
Napoleon heeft voor zijn veroveringsdrang veel geld nodig. De invoering van grondbelasting ziet hij als een goed middel om daaraan te komen. Om een redelijke grondslag voor de heffing ervan te verkrijgen, wordt in Frankrijk in 1808 begonnen met een georganiseerde wijze van opmeting, schatting en tenaamstelling van grondeigendom; de vervaardiging van een kadaster dus. De naam kadaster komt oorspronkelijk via het Franse cadastre van het Latijnse catastrum, dat grondbeschrijving betekent. Een Keizerlijk Decreet gelast ook voor de Hollandse departementen een kadaster naar Frans model te vervaardigen. De allereerste opmetingen in Nederland vinden in 1811 en 1812 plaats. Na de val van Napoleon in 1813 wordt onder Willem I in 1832 het Kadaster in Nederland – behalve in Limburg (1841) – officieel ingevoerd.