Bierbrouwerij Het gekroonde Molenijzer.
Aan de Benedendam (op de hoek van de Molenstraat-Prinsengracht) in Ameide was vanaf 1725 (of nog eerder) tot 1842 een bierbrouwerij gevestigd met de naam “Het gekroonde Molenijzer“. In 1725 werd gesproken over de brouwerij “Het Molenijzer“.
In het Nationaal Archief te ‘s-Gravenhage vinden we in het Rechterlijk Archief van Ameide onder inventarisnummer 3.03.08.010 dossier 11 daarover een akte, gedateerd op de 13e van de grasmaand 1809. Lees hier de akte over Het gekroonde Molenijzer.
Daarin lezen we dat Johannis Plooster, wonende binnen deze Steede, verklaard te hebben verkocht aan de Heer Johan Adriaan Kievid, mede binnen deze Steede woonachtig:
Een Huis en Brouwerij, No. 36, genaamd het gekroonde Molenijzer, met deszelve Erve en Tuin, staande en gelegen binnen Ameide beneden Dams, strekkende noordwaards en oostwaarts tot halver Stads gragt, zuidwaards gedeeltelijk tot de Huizinge en Erve van Philip Abrams en gedeeltelijk tot halve Sloot van den Huis Armen van Ameide, westwaards gedeeltelijk tot de Huizinge en Stal van de Comparant en gedeeltelijk tot de heining waar door het Erf van laatstgemelde huizinge van de getransporteerde Tuin is afgescheiden.
Als mede alle de Ketels, Bakken, Vaatwerken en verdere gereedschappen tot opgemelde Brouwerij behorende en gebruikt wordende.
Voor een Somma van agt duizend Guldens.
Verder lezen we in deze akte:
De drie gierputten en daar op corresponderende goten of riolen, welke tans een gedeelte van voorz. Tuin gevonden wordende en door welke de gier en het water van des Comparants Huis en Stal ontlast wordt, zullen daar in blijven leggen en door den Comparant, te zijnen genoegen onderhouden worden.
Uit deze akte blijkt ook dat Johannis Plooster op 1 April 1782 het getransporteerde in eigendom heeft verkregen.
Johan Adriaan Kievid betaald vijf procent rente over de uitstaande koopsom en lost minimaal vijfhonderd gulden per jaar af van de hoofdsom aan Johan Plooster of zijn rechtverkrijgende.
Voor de zekerheid verbinden de Heer Dirk Kievid, wonende te Buurmalsen, vader, en de Heer Zeger van Brummelen, wonende te Trigt, schoonvader van Johan Adriaan Kievid, zich tot Borgen en Schuldenaren.
Lees hier over de families van Brummelen en Kievid
In een akte uit 1 april 1782 is beschreven dat Wilhelmus van Harten aan Johannis Plooster verkoopt een:
Huijs en Brouwerij genaamd het gekroonde molen-ijzer met de schuuren, stellingen annexe wooning en Berg, mitsgaders verdere Betimmeringen en Erven staande ende geleegen binnen Ameide beneden Dams strekkende van de gragt, tot aan het onlangs door Heeren Executeuren van den Testamente van wijlen de hoog Edele Vrouwe van Ameide verkogte huijsje en Erve aan Hermen Vendeloo toe, daar te noorden de Stadsgragt, en ten zuijden Anthonij van Beek cumsuis naaste geleegen gehuijst en geland zijn, als ook meede alle de Keetels, Bakken, Vaatwerken en verdere gereetschappen tot opgemelde Brouwerije behoorende, en gebruijkt wordende.
Lees hier de gehele akte van 1 april 1782 gekroonde molenijzer 1782
In een akte van 26 October 1763 is beschreven dat Willem van Harten op 12 April 1763 aan zijn zoon Wilhelmus van Harten verkoopt:
Compareerden voor Govert Schim Schout Jan van den Andel en Hijeronimus van Kesteren Schepenen der Steede Ameijde, de Heer Willem van Harten, Burgemeester dezer Steede verklarende hij Comparant bij dezen te Cedeeren Transporteren en in vollen en vrijen Eijgendom op en over te dragen aan ende ten behoeve van zijnen zoon Wilhelmus van Harten Junior. Een Huijs Erven Schuuren en Brouwerije genaamt het gekroont Molenijzer staande en gelegen binnen deze Steede benedendams, met alle desselfs Keetels, Bakken Vaatwerken en alle verdere gereedschappen daar toe nodig en gebruijkt wordende. Strekkende gemelde Brouwerije van de Gragt tot aan het huijs gekomen van Pieter Bakker van der Pijll, moetende bij vertimmeringen der hout off turffschuur, t’Erf nae de tegenwoordige fundamenten denzelver gerekent worden, dog zodanig dat de muur van ’t nevenstaende huijs door den drop niet benadeelt word.
Nog een Kuijphuijsje en Erve naast het voorz. getransporteerde waervan bij vertimmeringe de muur en goot door den getransporteerde te leggen in’t vervolg met vorengemelde nevenstaande Huijs gemeen zal zijn, blijven en onderhouden moeten worden.
Lees hier de gehele akte van 26 oktober 1763 gekroonde molenijzer 1763
Lees hier de van Linda van der Lem ontvangen genealogische gezinsreconstructie van de familie Van Harten (Bier)brouwers te Ameide Van Harten
In een akte van 15 Januarij 1725 is beschreven dat Sander van Harten aan zijn zoon Willem van Harten verkoopt:
Wij Gerardt Bijland subst. Schout ende Schepen, ende Johannes Spijcker mede Schepen van Ameijde, doen kond en kennen dat voor ons gecomen, ende gecomp.t is Sander van Harten brouwer deser Stede, ende verklaerden den comp.t bij desen te ceederen te trasporteeren, ende in vollen Eijgendom over te geven aen sijnen meerderjarigen soon Willem van Harten sijnen erfgenamen off regt verkrijgende, sekere Huijs.e erve, Schueren, sijnde een brouwerije soo groot ende klijn als die is staende binnen Ameijde beneden Dams genaemt ’t molen ijser, met alle sijn ketels, backen, vaten en t geene eenigsints tot de brouwerije is gehoorende, op de Last van ses hoenderen, en elf Stuijv; agt penn; ten behoeve van kercke vam Ameijde Jarelijx daer uijthaende, ende verklaerde den co,p.t daer van de renuntieeren ende afstant te doen, op ende ten behoeve van voorn: Willem van Harten ende sijnen erfgen. belovande ’t selve te vrijen ende te waeren sulx eijgen, ende erfcoop regt is, naer gebruijck alhier, renuntierende mist dien van alle oude brieven ende registers hier van roerende ende spreecken de ten behoeve als boven bekennende den comp.t van totaele cooppenn. deser ter somme van seve Duijsent gulden voldaen ende betaelt te sijn, den laesten penn. met den 1en, ende dat met het passeeren van een plegt off custing brief van gelijkcke 7000 gulden heden daer van gedaen en op ’t getransporteerde gevestigt alles sonder fraude, des ten oirconde hebben wij schout ende Schepenen voorn.t den fransijnen brief hier uijt gemaekt met onse gewonelijke uijthangende zegelen bezegelt desen 15en Jarij 1725
In kennisse van mij Secret.s G. Bijland 1725
Opvallend is dat in deze akte wordt gesproken over de brouwerij “Het Molenijzer“. Blijkbaar is na 1725 de naam aangepast in “Het gekroonde Molenijzer“.
Lees hier de gehele akte van 15 januari 1725 over het molenijzer 1725
Van de verkoper Sander van Harten weten we:
Alexander/Sander van Herten/van Hertog, geschat ong. 1665, j.m., brouwer te Ameide in 1700, overleden > 03-11-1731, (onder)trouwt 26-12-1695/12-01-1696 te Ameide met Elisabeth van der Pijll, gedoopt Ameide 20-12-1666 (Herv., get. Anna Boudewijns van der Pijll), overleden > 17-10-1734, dr. van Willem Boudewijnsz van der Pijll en Catharina/ Trijntje Jans van Harten.
En van zijn zoon Willem van Harten weten we het volgende:
Wilhelmus/Willem van Herten, gedoopt Ameide 02-06-1700 (Herv., get. Margriet de Waal)/ook genoemd in doopboek Meerkerk, j.m., hij doet belijdenis op 09-04-1721, wordt in een transport op 01-0-1738 te Lexmond brouwer te Ameide genoemd/oud borgermr. (1779), begraven Ameide 03-08-1779 (in een eigen graft in de kerk met 2 verdiepingen, eerstelijk voor ’t openen van ’t graft 1:10:0, Item voor ’t beste doodkleed 1:10:0, Item voor 3,5 uur luijden 4:4:0), (onder)trouwt 16-02/04-03-1725 te Ameide met Merrigie/Merritje van Snellenberg, gedoopt Ameide 11-04-1706 (Herv., get. Susanna Fool (= Susanna Bosman, e.v. Adriaan Fool)), j.d., beijde wonende te Ameide, doet belijdenis op 17-04-1726, begraven Ameide 05-05-1741 (huisvrouw van Willem van Harten), dr. van Johannes van Snellenbergh en Ma/egteltie Gerritsz Fool.
Verder onderzoek naar een akte waaruit blijkt hoe Sander van Harten eigenaar is geworden van deze brouwerij geeft wellicht inzicht of daar toentertijd vóór 1725 ook al een brouwerij was gevestigd.
Einde van de bierbrouwerij Het gekroonde Molenijzer.
In een advertentie, geplaatst in de Opregte Haarlemsche Courant van 09-08-1842, lezen we dat de vaste goederen uit de nalatenschap van den Heer M.L. Plooster op 24 Augustus 1842 worden ingezet en op 7 September 1842 worden verkocht ten overstaan van notaris Van den Berg in Vianen. Het vierde perceel is:
No. 4. Een onverdeeld 1/4 gedeelte in eene HUIZINGE, voorheen geweest eene Bierbrouwerij en genaamt HET GEKROONDE MOLENIJZER, met Erve en Tuin, staande en gelegen te Ameide, benedendams.
Lees hier de advertentie in de Opregte Haarlemsche Courant
Uit deze advertentie kunnen we opmaken dat Marcelis Leendert (M.L.) Plooster is overleden vóór 24-08-1842. We weten dat Marcelis Leendert Plooster een zoon is van Johannis Plooster.
Hierna volgt een samenvatting van de akte 24 augustus/7 september 1842 (opgesteld door Ben Remie):
Op 24 augustus en 7 september 1842 veilt de Viaanse notaris Van den Berg in logement De Roos te Vianen het vastgoed nagelaten door Marcelis Leendert Plooster (ged. Ameide 15-8-1790 , overl. Vianen 9-7-1841, 50 jr. en aannemer van publieke werken). Kavel 4 is een onverdeeld ¼ gedeelte in een huis, voorheen geweest een bierbrouwerij en genaamd Het Gekroonde Molenijzer, met erf en tuin, gelegen Benedendams.
De veiling is op verzoek van Jan van den Andel, bierbrouwer te Ameide, ten behoeve van zijn minderjarige zoon Johannes Everardus van den Andel in huwelijk verwekt bij Jacoba Wilhelmina Plooster. Hij heeft belang in de nalatenschap en boedel van zijn oom. Daarom dit verzoek aan de Arr. Rechtbank te Gorinchem. Boedelbeschrijving verleend 5-10-1841 en plaats gevonden bij not. Frans van den Berg op 23-8-1841.
C. Een vierde gedeelte in een huis voorheen geweest een Brouwerij genaamd Het gekroonde Molenijzer met erven en tuin, Ameide Benedendams, strekkende noord- en oostwaarts tot de halve gracht, zuidwaarts tot de huizinge en erve van P. Uitenboogaard en van de Huisarmen te Ameide. Er zijn vier erfgenamen. Er is een testament bij not. G. Bodde te Meerkerk d.d. 8-2-1838. Zijn schoondochter Jemima Catherina Bland, geboren Prestonpans, Schotland, en wonende te Middelburg, waarmee zijn zoon Johannes Everhardus, aannemer, te Middelburg op 8 november 1837 is gehuwd was de enige erfgenaam van Marcelis Leendert Plooster, doch zij is hertrouwd en daarom is haar aandeel in de erfenis krachtens het testament beperkt tot de helft.
De andere erfgenamen hebben de erfenis aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving. Die erven zijn:
- Wilhelmina Susanna Jacoba Plooster,
- Johannes Everardus van den Andel,
- Anthony Hendrik van Kruyne,
- Louis Mijnard van Kruyne
- Catharina Maria van Kruyne wed. van C.F. Croes.
In de veilingakte is de voormalige brouwerij gelegen Benedendams, belend o.w. de Princegracht, w.w. Korstiaan Verhey, z.w. W. Uit den Bogaard en n.w. de Molenstraat. Sectie B. nrs. 170, 170 bis en nr. 171.
Ingezet door Jan van den Andel, bierbrouwer te Ameide op f 725,- en daarna door hem verhoogd met f 75,-.
Tussen de voorlopige toewijzing en de afslag op 7 september heeft Johannes van Es, bouwman te Tienhoven, het bod gebracht op f 1.000,-. Bij de afslag wordt gemijnd door Hendrik van der Poel, burgemeester van Ameide en aldaar woonachtig. Hij is koper voor f 1.125,-. Totale kosten voor hem f 1.219,25.
Familie Plooster
Lees hier over de familie Plooster.
Over Marcelis Leendert Plooster is eerder geschreven in het Nieuwsblad 2014-2, de aannemer die in 1839 de eerste spoorlijn van Nederland heef aangelegd (tussen Amsterdam en Haarlem) en het Eierland op Texel heeft ingepolderd.
Op de oude begraafplaats van Ameide aan de J.W. van Putterstraat is een grafzerk aanwezig van Jacoba Wilhelmina Plooster en Jan van den Andel. In het Nieuwsblad 2014-2 op bladzijde 34 en verder is hierover een artikel geschreven. Jacoba Wilhelmina Plooster is een zuster van Marcelis Leendert Plooster. Jan van den Andel was bierbrouwer. Zijn brouwerij kun je vinden op onderstaande kaart aangeduid als nummer 95, op de hoek van de Peperstraat en Voorstraat. De kadastrale nummers 95, 95bis, 96 en 97 volgens de “Oorspronkelijke Aanwijzende Tafels (OAT-bladen)”, waren in eigendom van de bierbrouwer Jan van den Andel.
Herstart bierbrouwerij Het gekroonde Molenijzer
In oktober 2017 is de Ameidenaar Izaäk Streefkerk een bierbrouwerij begonnen met de naam: Het gekroonde Molenijzer. Daarmee kunnen we stellen dat na circa 175 jaar de Ameidese bierbrouwerij Het gekroonde Molenijzer een herstart maakt.
Waar was de bierbrouwerij Het gekroonde Molenijzer gesitueerd?
In de akte uit 1809 en in de advertentie uit 1842 lezen we dat de bierbrouwerij Het gekroonde Molenijzer was gelegen aan de Benedendam.
In de hier voor genoemde veilingakte uit 1842 lezen we dat het huis voorheen geweest een Brouwerij genaamd Het gekroonde Molenijzer met erven en tuin betrekking heeft op de percelen 170, 170bis en 171. Op bovenstaand kadasterkaartje zijn deze percelen precies aan te wijzen. Het gaat dus om de panden op de hoek van de Molenstraat en Prinsengracht.
Wat is een Molenijzer?
Het molenijzer of de rijn is volgens de molinologie een ijzeren brugstuk in X-vorm d.w.z. met vier takken of enkel met twee takken en in een beugelvorm, dat in het kropgat van de loper is gestoken en waarmee deze op de nok van het peerijzer is opgehangen. Deze deskundige uitleg gaan we even verduidelijken. Het molenijzer is een deel van de maaltechniek. De molen heeft gewoonlijk twee maalgangen of twee paar molenstenen. Elk steenpaar ligt in een steenkuip. De onderste steen ligt onbeweeglijk waterpas, het is de legger. De bovenste draait, het is de loper. Hij hangt in een ijzer, in de vorm van een Stint-Andrieskruis, op de spil van de legger. Dit kruisvormig ijzer is nu de rijn of het molenijzer. Met dit molenijzer wordt de molensteen vaster bijgeschroefd of losser aangezet naarmate het graan grof of fijn moet gemalen en gebuild worden.
Waar komt de in Ameide gebruikte naam Molenijzer vandaan?
Het is mogelijk (doch nog niet zeker) dat de herkomst van de naam Molenijzer een heraldische achtergrond kent en verbonden is met Ameide. Lees maar mee.
In het boek: “De Aarde, hare bewoners en voortbrengselen” een aardrijkskundig handboek door K.T. Vollrath Hoffmann lezen we het volgende citaat:
Het Wapen bestaat uit een schild met 9 velden. Het hartschild bevat de gouden roos in een zilverveld, wegens Lippe, het middelste, boven- en onderste veld eene swaluw, die op eene gouden ster staat, in het rood wegens Schwalenberg, de beide middelste zijvelden hebben eene roode ster in goud, wegens Sterberg; de ijzerhoedjes en molenijzer kruisen hebben betrekking op de voormaals in ons vaderland bezetene heerlijkheden van Vianen en Ameide.Lees hier het hele artikel in De aarde, hare bewoners en voortbrengselen.
In “Handbuch der Geographie und Statistie fúr die gebildeten Stánde”, Leipzig, 1834 lezen we het volgende citaat:
Das Wapen besteht in einem 9feldigen Schilde.
Der Herzschild enthält die goldene Rose im silbernen Felbe, wegen Lippe; das mittelste, obere und untere Feld eine Schwalbe, die auf einem goldenen Stern steht, in Roth, wegen Schwalenberg; die beiden mittleren Seitenfelder zeigen einen rothen Stern in Gold, wegen Sternberg.
Die Eisenhütchen und Mühleneisenkreuze beziehen sich auf die vormals in den Niederlanden besessenen Herrschaften Vianen und Ameyden.Lees hier het hele artikel uit het Handbuch der Geographie und Statistie fúr die gebildeten Stánde
In deze literatuur wordt dus een verband gelegd tussen Ameide en Lippe-Detmold. Hierna zien we hoe de heer van Lippe-Detmold Neer van Ameide is geworden.
Na het overlijden van Wolfert van Brederode in 1657 is zijn oudste nog levende zus Hedwig Agnes (1643-1684) de erfgenaam als Vrouwe van Vianen en Ameide. Na haar overlijden wordt Amalia van Dohna de nieuwe Vrouwe van Vianen en Ameide. Zij is de dochter van de oudste halfzus Sophie Theodora van Brederode (1620-1678), die getrouwd is met graaf Christian Albrecht van Dohna (1621-1677). Amalia van Dohna (1645-1700) is in 1686 gehuwd met Simon Heinrich zu Lippe Detmold (1648-1697). Hun zoon Frederik Adolf van Lippe Detmold wordt in 1700 Heer van Vianen en Ameide. Vianen en Ameide worden in 1725 verkocht aan de Staten van Holland. Bron: Nieuwsblad 2017-3, voetnoot 8 op bladzijde 12.
In het gedenkboek: “Oranje-Nassau, Mecklenburg, Lippe, Biesterveld“, uitgegeven in 1937 ter gelegenheid van het huwelijk van H.K.H. Prinses Juliana met Z.D.H. Prins Bernard, lezen we op de bladzijden 138, 139 en 140:
Het “Land van Vianen” vormde allerminst een onbezwaard bezit voor Simon Hendrik, aan wien Amalia bij acte van 1687 de regeering had afgestaan. Mr. Frederik Rooseboom, advocaat-fiscaal van de Generaliteit, beweerde n.l. dat hij. onder verband van Vianen, aan de laatste Brederodes f 67.000 geleend had, wat de graaf ontkende. Verder maakte Rooseboom aanspraak op de som van 150.000 Karoli-guldens, die hem door Hedwig Agnes gelegateerd waren. Door tusschenkomst van den Hoogen Raad werd dit bedrag het volgend jaar afgekocht met een lijfrentebrief van 2500 Karoli-guldens.
De achteruitgang evenwel van het Hof te Vianen, genaamd “Batenstein”, was reeds door wanbeheer onder het leven van Hedwig Agnes begonnen, en aangezien de Graaf van der Lippe er in de volgende jaren natuurlijk maar bij uitzondering vertoefde, werd de toestand er niet beter op, nu velerlei zaken aan een drossaard (Jean Henri Huguetan, Heer van Odijk) moesten worden overgelaten. Daarbij kwam nog de brand van 1696, waardoor een deel van den inboedel en van het archief Batenstein verloren ging. Wel had Simon Hendrik in 1691 een uit zes personen bestaande “Raad van Regeering” aangesteld voor “Onse steden en landen van Vianen en Ameyde” en voor “de heerlijckheden en plaetsen die Ons in de Vereenighde Provinciën toebehooren”, maar deze raden waren er niet in geslaagd het beheer zoo doelmatig in te richten, dat de schuldeischers tevreden gesteld konden worden. Integendeel: want hoewel zijn zoon en opvolger Friedrich Adolf in 1707 228.000 gulden tot redding van den boedel der Brederodes had betaald, kreeg een der crediteuren in 1713 een vonnis van de Hoogen Raad, dat hem machtigde “den burg tot Vianen cum annexis” te doen verkoopen. De executie door een deurwaarder werd toen verhinderd, maar in 1725 opende de graaf van der Lippe onderhandelingen over den verkoop. De raadpensionaris Van Hoornbeek kreeg er lucht van en vond toen den Hollandschen edelman Graaf van Hompesch bereid iemand naar Lippe te zenden om uit zijn naam de heerlijkheid Vianen c.a. te koopen. Dit gelukte, waarna de Staten van Holland Gecommitteerde Raden machtigden het “Land van Vianen” van Hompesch over te nemen. Daarmede was een eind gekomen aan het bestaan dezer vrije heerlijkheid, die nog geen veertig jaren in het bezit van het Huis Lippe-Detmold was geweest, welke dynastie evenwel, ook na 1725, het wapen van Vianen en Ameide bleef voeren.
Dit betekent dus dat Ameide van 1684 tot 1725 viel onder de heerschappij van Amalia van Dohna en Frederik Adolf van Lippe Detmold.
In het wapen van het vorstendom Lippe zien we links boven en rechtsonder twee velden waarin elk vijf molenijzer kruisen zijn afgebeeld.
Verondersteld wordt dat de naamgeving van de bierbrouwerij Het gekroonde Molenijzer gebaseerd is op de molenijzers die voorkomen in het wapen van het vorstendom Lippe. Om dit te bewijzen is nog nader onderzoek nodig.
Bronnen, voor zover nog niet genoemd:
- voor de betekenis van een molenijzer: http://users.cuci.nl/mierlo/heraldiek/molenijzer.htm#24
- wikipedia.
- in het archief van Herman Beckmann aanwezige notities van Ben Remie.
- de veilingakte uit 1842, aangeleverd door Ben Remie.
- het citaat uit de “Handbuch der Geographie und Statistie fúr die gebildeten Stánde”, Leipzig, 1834 door Jan van den Heuvel.
- de gezinsopbouw Van Brummelen en Kievid(t) is aangeleverd door Linda van der Lem.
- door drs. Folkert Anders van Anders Historisch Advies verstrekte foto’s van archiefdocumenten.